Bezoek van mijn handwerkvriendin gisteren was fijn! Ze woont ver weg dus we zien elkaar niet zo vaak, en als het dan wèl kan dan is er gelijk een heleboel om te doen en te bepraten. We laten elkaar zien waar we mee bezig zijn. Dat was van mijn kant o.a. een paar patchwork-ruiten die ik op kleur maak, en waarbij ik mijzelf de restrictie opleg dat elk lapje maar één keer mag voorkomen. Gekke patchworkers doen dat. Op hemelvaartdag liet ik mijn blauwe ruit zien, maar dat is tot nu toe de enige die af is. De rest ligt al jaren te wachten op finisch, maar bij iedere ruit kom ik een paar nog-niet-gebruikte lapjes tekort. Dus vroeg ik mijn vriendin of ze wat mee wilde brengen. Zij had haar kleuren-voorraad in een mand gestopt en ik mocht puntjes afknippen, waar ik blij mee ben. “Heb jij ook zo’n mand?” vroeg ik toen ze ermee binnenkwam, want ik heb er precies ook zoéén. Daar staan ze samen op tafel. Nog een boek erbij wat net besteld was, want je kunt ze ook zelf maken! Dat gaat mij wat ver, en ik zal al blij zijn als die ruiten eindelijk af zijn. Maar: Wat een creativiteit weer overal!
O ja, hoe het met de Clivia is afgelopen? Heeft ze hem mee of niet? Nee, hij staat hier nog in de tuin te bloeien. Maar we hebben een passende oplossing bedacht: we gaan hem gewoon delen! Wat we bij lapjes kunnen, kunnen we ook met een plant. Na de bloei gaat hij gesplitst worden.