Boeken streekdracht

Lange tijd maakten de meeste mensen zich niet zo druk over wat ze droegen. Gedragen werd wat betaalbaar en voorhanden was. Ergens rond 1800 ontstonden speciale streekgebonden varianten van kleding. En in latere tijden (en onder invloed van verànderende tijden) verdween die ook weer grotendeels. Elke streekdracht had haar eigen specifieke eigenaardigheden. Een Zeeuwse muts, een Fries oorijzer, een Brabantse poffer: ook het hoofddeksel liet zien waar iemand vandaan kwam en bijhoorde.
In het boek Klederdrachten en Kleedgedrag wordt een frisse kijk gegeven op het gebruik en de betekenis van de dracht in de afgelopen honderd jaar.
De tekeningen van Jan Duyvetter zijn zeer bekend geworden en hebben bijgedragen aan de beeldvorming van de nationale klederdracht. Deze man was hoofd van de afdeling Klederdrachten bij het Nederlands Openluchtmuseum en heeft daar waardevol werk verricht waardoor een schat aan informatie is verzameld.

Het verdwijnen van de traditionele klederdracht was aanleiding om een onderzoek in te stellen naar de Klederdrachten in Noord-Oost Twente.
Een ander boek en onderzoek gaat over de Streekgebonden kleding in Nederland en Vlaanderen.
En nog een mooi boek over Urker Goed.
Dit zijn allemaal boeken uit tachtiger of negentiger jaren van de vorige eeuw. De mensen die zich tòen inzetten om die verdwijnende dracht te fotograferen en te beschrijven, hebben voor waardevolle boeken gezorgd.

En nù zijn we weer een stapje verder en verschijnen er weer àndere boeken die te maken hebben met de geschiedenis van de streekdracht. Het boek “Marken, kanten aan het kostuum” is daar een illustratie van. Mooie foto’s die gemaakt werden in het museum, tonen de rijkdom van deze typische streekdracht, en daarna geeft het boek aanwijzingen en patronen om een onderdeel hiervan zelf na te klossen.
Zò gaan wij nù met dit deel van het nationale erfgoed om!