Vanaf het begin van de zestiende eeuw werden er merklappen gemaakt, en die waren een belangrijk onderdeel van de opvoeding van een jonge vrouw. Haar borduurlap toonde haar vaardigheden en daarmee ook haar geschiktheid om een toekomstige huishouding te voeren of een baan te vinden waarbij haar naaldkunst van pas zou komen. De oudst bewaarde merklappen komen uit het begin van de 17e eeuw, maar toch is bekend dat de merklappen al een eeuw eerder werden gemaakt doordat er één is geschilderd op een schilderij van de Heilige Familie; daarbij ligt een opgevouwen merklap op de voorgrond.
Toen in de zeventiger jaren de aandacht voor merklappen toenam, kwamen er ook allerlei publicaties van musea die een tentoonstelling hielden en er was zelfs een “Merklappencursus” met een lesboek waar alle wetenswaardigheden in stonden. Eerder had ik een overzicht van A5-publicaties, die niet in grote oplagen zijn verschenen en een wat korte looptijd hadden, namelijk gedurende de tijd van zo’n tentoonstelling. Nu nog een overzicht van wat A4-publicaties; die had ik ook nog opgespaard.
In veel van deze publicaties staat voorin de bekende foto van genoemd schilderij, en dat is natuurlijk ook heel belangrijk voor onderzoekers van de merklap-historie. Verder nog veel meer wetenswaardigheden, uitleg en informatie over deze rijke traditie. Nog een voorbeeld uit de inleiding van één van deze publicaties? Goed om te weten welke benamingen er allemaal zijn. De uitgave “Oude huisvlijt in een nieuwe tijd” noemt er een aantal op:
Nederland: Merklap, uitkijklap, vernaaide doek, neidoek, teik’nlap of têek’nlap, letterlap.
Duitsland: Mustertuch
Zweden: Märkdukar
Denemarken: Navne klude (naamdoek), Laere klude (leerdoek)
Noorwegen: Navne duker (naamdoek), Prove duker (proefdoek)
Engeland: Sampler
Frankrijk: Marquoir