Op de laatste dag van mijn moeders leven borduurde ik een levensboom. Toen het klaar was, prikte ik die aan een boom bij het vakantiehuisje waar we toen waren. Daarna was er een telefoontje van m’n zus. “Mama is overleden” zei ze. We gingen snel naar huis.
Vlak voor m’n moeder begraven werd legde ik dat borduurwerkje in de kist. Dat wou ik gewoon. En ik dacht: ik borduur nog wel eens een nieuwe, en die moet dan ook rood.
Dit voorjaar begon ik aan een nieuwe borduurwerkje. Het is al een tijdje af, maar ik had het hier nog niet laten zien. Ik wilde het op het graf van m’n ouders fotograferen. Pinksteren was een geschikt moment.
Mijn man ging naar het graf van zijn ouders. Vier ouders liggen op deze begraafplaats. Halverwege ontmoetten we elkaar weer. We hadden allebei even het stiltemoment gehad waar we behoefte aan hadden.
Opnieuw prikte ik die levensboom aan een boom. We waren weemoedig, maar ook vooral dankbaar.
Dankbaar voor de ouders die we hebben gehad.
En dat we naar zo’n mooie plek kunnen gaan om aan hen te denken.
En dankbaar vanwege die gedachte aan de levensboom.