“Terwijl alles om ons heen woelt en kookt op ’t wereldtooneel leven periodieken als het onze rustig hun bestaansleven voort. De eene aflevering verschijnt na de andere, en wie een blik achter de schermen werpt in onze overvolle redactieladen, -doozen, en -portefeuilles, zou niet kuknnen gelooven dat er een zwarte, ondoorzichtbare wolk hangt over het leven van elken ernstig denkenden mensch, en dat volgens ’t algemeen oordeel, in dezen tijd de ware energie enopgewektheid ontbreken omkunsten en wetenschapen te dienen, in welke vorm dan ook.
Zo begint het voorwoord van Elis M. Rogge (een bekende naam voor oudere handwerkdeskundigen) bij de 11e jaargang van het tijdschrift De Vrouw en Haar Huis in 1916. Deze tijdschriften betekenden veel voor de abonnees en werden vaak heel lang bewaard. Later werden sommige jaargangen deskundig ingebonden, en kennelijk was daar dan ook een bedrukt omslag voor beschikbaar. Zo kunnen die verzamelde werken van dit belangrijke tijdschrift nu een goed tijdsbeeld bieden. Het tijdschrift was gewijd aan Kunst en Kleeding, Huis en Hof, Moeder en Kind, Hygiène en Sport.
Wat heeft de redaktie enorm veel bijgedragen aan het op hoger peil brengen van het leven in die tijd, in ondersteuning van vrouwen hoe zij bepaalde dingen het beste konden aanpakken en hun huizen zo mooi mogelijk konden inrichten!
Voor handwerkliefhebbers bieden deze jaargangen veel informatie over hoe het handwerk in die tijd werd vormgegeven en toegepast.
Het voorwoord gaat verder:
“Wij treden den nieuwen Jaargang in! Ons tijdschrift is zijn engen vorm reeds lang ontwassen. Doch de tijden zijn slecht. Wacht het wellicht op den V r e d e om zich breeder, ruimer te ontplooien? De tijd zal ’t leeren!
Doch stilstaan ware achteruitgaan.
Zoo zal dan ook de 11e Jaargang getuigen van een krachtig, vooruitstrevend leven en werken….”
Deze twee jaargangen wilde ik graag nog in mijn shop. Zelf sluit ik m’n 11e ‘blog-jaargang’ juist vandaag af.
Ik heb ook in dit 11e blogjaar vaak de spanning gevoeld van leven in een gekke tijd en bezig zijn met handwerk (en soms onbenullige handwerkjes). Dus het hielp mij zelf ook wel, om dit voorwoord te lezen. Die spanning was er dus honderd jaar geleden ook al, en zal wel van alle tijden zijn. Bezig zijn met handwerk is betrekkelijk maar verrijkend. Zien hoe anderen vroeger bezig waren met handwerk is absoluut interessant.
En jùist omdat wij als vrouwen zo’n belangrijke functie hebben (nu lijk ik Elis Rogge wel, als ik zoiets schrijf), is het goed om eens om te zien hoe vrouwen vroeger bijdroegen aan betere levensomstandigheden, en om daardoor weer geïnspireerd te raken. Het is verrijkend om de grote inzet die er vroeger is betoond te zien en veel goed werk voort te zetten. Want die V r e d e is er helaas nog niet.