In de herfst laten de bomen hun bladeren vallen en dat kan soms een dikke laag vormen. Maar na een tijd is die laag minder geworden, doordat de oude bladeren op natuurlijke wijze worden ‘opgeruimd’. Alles wat oud is en afgestorven, wordt door schimmels, bodemdiertjes en bacteriën veranderd in vruchtbare aarde.
Een paddestoel is het zichtbare vruchtlichaam van schimmels. Het grootste deel bevindt zich in de bodem, in de vorm van schimmeldraden. Dit netwerk van de schimmels onder de grond heet een zwamvlok.
Dus als die schimmels er niet waren geweest, dan lag er waarschijnlijk een metersdikke laag oude bladeren onder de bomen.
Ik geniet ervan, om tijdens wandelingen die groepjes paddestoelen tegen te komen. Tot nu toe heb ik de verleiding weerstaan om ze mee te nemen om op te eten, maar het schijnt wel te kunnen. Deze geborduurde paddestoelen beelden twee soorten af, die op een patroonvoorbeeld van Permin of Copenhagen ook worden benoemd. Het zijn Coprinus comatus en Boletus edulis. Dat zei me niks, dus ik zocht het op. Geschubde Inktzwam en Eekhoorntjesbrood. Ah, die zijn toch eetbaar? Wie weet durf ik het nog eens aan, maar voorlopig koop ik ze liever in de winkel.
En in welke winkel zou je nou zo’n mooi geborduurd exemplaar kunnen kopen? In mijn webwinkel! Ze zijn zò mooi!