Van te voren bedacht: iets meenemen wat ineengestrengeld is. Een rond accent voor een aparte plek.
We waren op weg voor een weekend in België en hadden een route gekozen om in het zuiden van het land even de snelweg af te gaan en door Baarle-Nassau te rijden.
Dat ‘accent’, een lapjeskrans, wilde ik leggen op de B-Nl-grens, die in dit bijzondere dorp overal in het straatbeeld zichtbaar is.
Baarle-Hertog-Nassau is een bijzonder Nederlands dorp omdat er maar liefst 30 stukjes België in zijn verweven. Wereldwijd bestaan er nog 64 enclaves en daarvan liggen er dus bijna de helft van in dit dorp, wat dan ook de World Capital of Enclaves wordt genoemd. In deze regio bleven de grenzen heel lang gelijk aan die van voor de Franse tijd, en toen de tijd aanbrak van gemarkeerde grenzen bleek het in deze gemeente onmogelijk om die grens in een doorlopende lijn vast te stellen. Pas in 1995 is door een overeenkomst besloten om uitvoering te geven aan een besluit van honderdvijftig jaar eerder, en zijn alle enclavegrenzen tot rijksgrenzen verheven.
En zo maakten wij een ommetje door dit bijzondere stadje, liepen meerdere keren die grenstegels over, verbaasden ons over die grens die dwars door huizen en tuinen loopt, en vond ik mijn gekozen handwerkje wel een goede illustratie: ineengestrengeld!
Ik stak de blauw-witte krans weer in de auto, en later in m’n shop. We reden verder, op weg om een 4-5-mei weekend in België door te brengen.