Fietsen op een warme dag vind ik heerlijk, en nu wilde ik dwars door de bossen van de Veluwe fietsen. Alsmaar onder de bomen, en soms een klein stukje in de felle zon, om het verschil goed te kunnen merken. Onder de bomen is het heerlijk.
Mijn eerste waterstop. Hier is het helemaal stil. Er staat één huisje en daarna komt er tien kilometer lang niks wat wijst op sporen van vroegere bewoning van dit gebied.
Als ik langs het huisje fiets, zie ik naast een paar vlaggetjes een tekst op een papier geschreven: het echtpaar wat hier woont is 65 jaar getrouwd.
Zij hebben dus die tijd van vroeger nog gekend.
Ik heb nog wel een paar kaarten van hoe het vroeger op de Veluwe was. De kaarten zijn verstuurd en daarvoor moesten postzegels worden geplakt van anderhalve cent.
Nu maak ik een klein beetje mee hoe het vroeger moet zijn geweest, toen er nog geen knetterende brommers en zoevende racefietsen waren. Het is ongelooflijk stil op deze warme dag.
Ik had ook wel tot nu kunnen wachten met heide plukken. Hier staat ze volop in bloei.
Mijn doel is Elspeet, waar in het plaatselijk museum nog iets van klederdracht van deze streek te zien zou zijn. Maar helaas blijkt het museum dicht.
Na een ijsje op het dorpspleintje fiets ik weer terug. Langzaam. Steeds stoppen. In de laagste versnelling. Ik doe er uren over want ik heb geen haast. Ik wil gewoon zo lang mogelijk buiten zijn en die warmte in het bos beleven.
De oude kaarten geven iets weer van hoe het vroeger was.
Nu is het een groot uitgestrekt bos, wat over een paar weken weer dichtgaat zodat er kan worden gejaagd.
Het hoofdpad naar Elspeet blijft wel open. Dus misschien moet ik er nog eens naar toe fietsen, op zoek naar nog wat museale streekdracht.