De boom met kleine rode appeltjes staat precies op een goede plek in de tuin om er vanaf de bank steeds naar te kijken. Na een merelloze zomer dook de vogel die het moeilijk heeft in ons land in het najaar ineens op. Elke dag kwam en komt hij aanvliegen om met zijn snavel een paar appeltjes te pikken en zijn vetvoorraad op te bouwen voor de winter. Dat ging wel zes weken zo door en gaf ons kijkplezier en een goed gevoel. Uiteraard hoorde de dagelijkse ruzie met collega-merels er ook bij want ze willen altijd precies op het zelfde moment.
Nu hingen er nog iets van twintig appeltjes aan de boom en ineens bedacht ik: de laatste appeltjes zijn voor mij, want ik heb er ook nog wat nodig. En daar liggen ze nu bij een heel oud handwerkje in een techniek die het ook ‘moeilijk had’ maar tòch niet verdwenen is. Filetdoorstopwerk is bezig met een kleine comeback en dat doorstoppen wordt dan meestal gedaan op een raster met open vakjes, zoals gardisette, een soort vitrage. Maar vroeger moest dat raamwerk of raster eerst ook nog worden gemaakt en opgespannen, voordat je met doorstoppen kon beginnen. Dit oude werkje laat zien hoe dat ging. De techniek om het raamwerk te maken heet filetknoopwerk en is gebaseerd op de oude techniek van het maken van vissersnetten.
Het ziet er leuk uit, zo’n doorstopwerkje en geeft net als aanvliegende merels veel kijkplezier.