Randjes borduren doe ik al heel lang. Het rode lopertje (rechtsboven) maakte ik als kind en de zwarte Marken-rand maakte ik als tiener. Deze randen hebben mij er denk ik bij bepaald dat randjes leuk zijn! Toch zijn alle randjes die ik daarna borduurde nìet begonnen omdat ik nou zo graag iets bepaalds wilde borduren. Dus dat je een patroon ziet en vervolgens bijpassende stof en garen uitzoekt. Het was andersom: als ik een langgerekt restje stof zag, dan dacht ik: “Daar kan wel een randje op.” En dan zocht ik een patroon uit wat goed bij dat restje stof past.
Na het veelbelovende begin in mijn kinder- en tienertijd zijn de meeste randjes die ik daarna maakte ook niet meer afgewerkt. Het plezier lag er gewoon in om dat restje stof vol te borduren.
Deze week zocht ik mijn mand met oude borduurwerkjes uit en legde deze randjes bij elkaar. Het moeten er nog wel meer zijn. Wie weet ga ik dan nog wel eens uitrekenen hoeveel meter het bij elkaar is. En wie weet maak ik dan wel een randjes-rol van of zoiets. Maar voorlopig liggen de randjes weer in de mandjes.