Nadat m’n stola’s klaar waren, had ik niks meer om te haken. En dat miste ik. Ik had gewoon zin om wat ‘om handen’ te hebben en het liefst een simpel haakwerkje. In een klein stadje had ik tijdens een wandeling een simpele deken gezien die op een bank voor een hip winkeltje lag. Dat idee was bij me blijven ‘haken’ en zo zocht ik ook wat bolletjes garen bij elkaar. En zo stond er gedurende twee weken weer een mandje met bolletjes wol naast m’n stoel. Alléén om ’s avonds aan te haken, want als je er teveel aan werkt, dan is het ook weer te snel af en moet ik weer een ander project zoeken. En wat moet ik met al die gehaakte dekens? (zo dacht ik bij mezelf)
Toch blijkt dit dekentje super praktisch! Ik heb al een paar grote gehaakte dekens, die je niet zo makkelijk mee kunt nemen naar het strand of op de fiets. Een klein dekentje blijkt nu een goede aanvulling. Een paar dagen geleden zaten we ’s avonds nog een tijd op het strand en dan wordt het altijd wat frisser en dan is het lekker om wat om je benen te slaan. Later gingen we op luxe strandstoelen zitten, want daar was net een plek vrij gekomen. Warme chocomel met uitzicht op zee! Ook lekker om dan zo’n dekentje te hebben.
Mijn tip voor als je ook zoiets wilt haken: zorg dat de ‘zware’ kleuren twee of drie keer terugkomen. En probeer er rekening mee te houden dat de contrasten tussen de strepen niet te groot wordt. Bij mij was gifgroen de felste kleur (die kleur wilde ik er graag in) en die heb ik telkens wat proberen te ‘dempen’ door de kleuren die ik ervoor en ernà gebruikte.
En hoewel ik die bolletjes wol natuurlijk ook gewoon had kunnen wegdoen, geeft het toch een voldaan gevoel om er nu wat van te hebben gehaakt. Ik genoot van het haken en ik genoot ervan om het dekentje gelijk te kunnen uitproberen toen het af was.