Vier uur had ik gisteren in de tandartsstoel gelegen (ik heb het er voor over, want er gebeuren goede dingen daar!) en toen was ik moe. Zo heerlijk om dan na afloop nog even bij de Waal te zijn. Ik was benieuwd of die andere stoel (hier schreef ik daar eerder over) er ook nog stond. Het bleek dat hij er nog wel was, maar niet meer in staande positie. Iemand had hem over het prikkeldraad gegooid. Nadat het schouwspel met de konikspaarden voorbij was, kreeg ik nog een ander schouwspel te zien: het licht! Fotografen-licht, noemen ze het wel. Het is het licht vlak vóór of nà een bui. Het duurt soms maar een paar seconden, soms iets langer, maar nooit echt lang. Het is boffen als je op het juiste moment op de juiste plaats bent. Dat had ik gisteren toen ik mijn kostbare uurtje beleefde. Ik zag hoe de bomen langs de rivier werden verlicht, hoe het licht over het landschap gleed en ik genoot met volle teugen. Zoals het licht over het landschap gleed, zo voelde ik hoe de verdoving uit mijn lichaam vloeide. Ik wilde paardesprongen maken net als de bonkige en luid hinnikende konikspaarden. Ik wilde wel mijn vleugels uitslaan en net als de ganzen boven het water vliegen. Ik had geen vleugels, maar wel een stola in de auto. Te zien is hoe met eenvoudige granny squares een simpele omslagdoek is opgebouwd. Deze is ’tweedehands’ (en dus niet door mij gemaakt), maar misschien heeft iemand wat aan het goede idee. Gebruik hierbij een grove haaknaald voor een licht en luchtig effect.
O, dat licht, dat licht! Zo prachtig! Ik voelde me weer licht en blij toen ik naar huis reed.