M’n rouwsjaaltje draag ik iedere dag, maar door het delen (liefst met mijn familie) wordt de rouw lichter. Vanmorgen werd ik wakker in het huis van m’n dochter. We waren nog maar één keer eerder bij haar geweest en het is fijn om hier te zijn. Ze had nieuwe dekbedhoezen voor ons gekocht, daar mochten we onder slapen. Het wordt steeds mooier hier, maar het is vooral fijn om bij elkaar te zijn. En te praten.
Na aankomst gingen we gelijk naar het postkantoor, dat hadden we zo gepland. En nog even naar een kringloopwinkel. Daar vond ik dit kantklos-kruisje. Ik vind het mooi.
Het lavendelzakje had ik vroeger aan m’n moeder gegeven en nu gaf ik het aan m’n dochter. “Dit is het eerste, er komt vast straks nog veel meer jouw kant uit” zei ik. Ik hou van ‘doorgeven’.
En nu gaan we fietsen!