Alles is mooi aan die oude Beyer’s handwerkboeken: de uitvoering in de typische kleuren en de vormgeving van honderd jaar geleden, de prachtige en scherpe foto’s van de voorbeelden op zwarte ondergrond, de degelijkheid van de patronen en de uitleg. En zelfs ook de achterkanten, met een goed-geproportioneerd wit sierrandje. Op die achterkanten legde ik twee oude ansichtkaarten (die nu textielkaarten heten). Die kaarten lagen klaar om misschien te gebruiken in m’n Zeeland-verslag maar kwamen niet aan bod. Nu wel, want dan geven ze gelijk een indruk van de tijd waarin deze oude handwerkboeken werden uitgegeven.
Niet iedereen zal het geld of de tijd hebben gehad om zich met die verfijnde handwerken bezig te houden, en de meisjes in de duinen waren waarschijnlijk gewoon aan het sokken breien. Veel meisjes moesten dagelijks een aantal pennen breien. Maar zulke kaarten geven toch iets weer van de sfeer van de tijd waarin deze handwerkboeken zijn verschenen. En deze oude boeken zijn nu weer geliefd vanwege hun mooie patronen.