In een met de hand geschreven handwerkboekje uit de jaren rond 1900, heeft een ijverige leerling van de normaalschool iets geschreven wat nu nog steeds zou moeten gelden:
“Het onderwijs in de naaldvakken geeft de leerling zelfvertrouwen. Het kweekt verschillende deugden aan, zoals werkzaamheid, inschikkelijkheid, deelneming en medegevoel.”
De lerares werd in dit boekje omschreven als: “Zij moet vriendelijk, waakzaam en geduldig zijn, en zich niet naar hare luimen ten opzichte van de leerlingen gedragen. Haar onderwijs moet opgewekt zijn en alles wat ze uitlegt moet duidelijk, aanschouwelijk, geleidelijk en ordelijk zijn.”
Ik had zo’n lerares als tante! Ze had alle handwerkakten, maar leed eronder dat haar vak vanaf de zeventiger jaren niet meer in tel was. Telkens als ik zo’n citaat tegenkom zoals bovenstaand, dan denk ik aan haar. Wat zou ze genoten hebben van de herleving van aandacht voor handwerk. Maar ze zou ook vast wel eens gedacht hebben: “Maar dat kun je toch beter zò doen….” En dan zou ze het met haar vriendelijkheid gráág willen voordoen.
Ik ben het helemaal eens met dit citaat: handwerkleraressen moeten vriendelijk en geduldig zijn.
Maar leerlingen moeten bereid zijn om zich te laten gezeggen, en al doende te groeien in zelfvertrouwen en inschikkelijkheid. Dàn kunnen er weer mooie dingen bereikt worden in Nederland met haar rijke handwerktradities!