We hadden alles weer ingeladen, de deur van het vakantiehuisje dichtgedaan, en staken het eiland over naar de Waddenzee-kant. Gewoon kijken waar we uitkomen. Het maakte niet uit hoe laat we weer bij de boot zouden zijn die ons weer naar het vasteland zou brengen. We parkeerden op vier plekken, maakten een wind-wandeling op de wadden-dijk en lieten overal de enorme weidsheid op ons inwerken. Hier houden we van!
Terwijl we de goede richting uit reden om naar de pont te gaan, zagen we weer een leuk plekje om nog even uit te stappen: De IJzeren Kaap. Het is een markant herkenningspunt bij Oosterend: een baken voor de scheepvaart en een opvallende gietijzeren constructie. Het is ook een mooi plekje om over de waddenweidsheid uit te kijken.
Er is toch iets geks met die weidsheid, waar ik zo van hou, maar waar ik toch ook altijd de neiging krijg om er iets neer te leggen of op te hangen. Het is gewoon het plezier om het contrast te zien tussen stoer en stevig ijzer en zachte en zonnige wol. De lol om daar even iets te laten wapperen. Onder zo’n indrukwekkende boog te staan en nog even te spelen. Een vlaggetje te laten waaien als afscheidsgroet.
Oh, we hebben het echt zò fijn gehad op onze vijf Texelse dagen! Het was heerlijk!