M’n zus huurde een kano en ik mocht instappen. Het was zò mooi! De weerspiegeling van de kale bomen in het stille water. De frisheid van de april-middag. De narcissen en het speenkruid langs de waterkant. Zicht op broedende meerkoeten. Peddelen en bijpraten.
Na een tijdje legden we aan en gingen we picknicken. Taart uit een tupperware-doosje en een fles bessensap: kan niet beter.
En toen weer terug. De kano weer bij de stijger, de peddels inleveren en weer afscheid nemen. Wat een mooie middag. We gaan het nog eens vaker doen.
Ook bij het kanoën gaat er wel iets van handwerk mee. Een patchwork-picknickkleedje. Een oud gehaakt kussentje om op te zitten in de kano. En ik gaf m’n tulpenhanddoekje aan m’n zus. Handwerk aan het waterkantperk.