Koning Willem I (1772-1843) had gezien hoe de Engelse economie geprofiteerd had van de aanleg van duizenden kilometers kanaal en toen hij later koning van Nederland was wilde hij dat hier ook. Hij liet vele kanalen graven en dat gaf hem de bijnaam kanalenkoning. Veel van die kanalen werden maar kort gebruikt omdat de stoomtrein in opkomst was en die bleek nòg geschikter om de economie vlot te trekken. In Apeldoorn is een mooi stukje cultuur-erfgoed te zien: een kanaal loopt door de hele stad en langs sommige stukken loopt daar ook nog het oude spoor. Beide ongebruikt. Maar gedurende acht zaterdagen in de zomer weten talloze bezoekers uit de hele omtrek dit mooie plekje te vinden. Want naast het kanaal en naast het spoor ligt ook nog een stuk ongebruikte weg. Daar heeft organistie WHOE al vele jaren kofferbakmarkten georganiseerd. Van de opbrengst (want als je daar wil staan, moet je een plek huren) kunnen ze acht grote vrachtwagens vol hulpgoederen naar Oost Europa brengen.
Afgelopen zaterdag ging ik hier weer naar toe, altijd op zoek naar mooie handwerkboeken en dergelijke. Omdat het de laatste keer is van het seizoen wilde ik een foto nemen. Bij het bruggetje parkeerde ik meestal m’n fiets. Het bruggetje was ook de vaste plek van een jonge man die daar altijd zijn vaste plekje had. Een dag eerder was ik naar zijn begrafenis geweest en die was zeer druk bezocht. Nu zag ik dat zijn plekje bij het bruggetje was vrij gehouden door de organisatie. Er was een gedenkplekje ingericht. Vele bezoekers van de kofferbakmarkt toonden zich geschokt dat hij er niet meer was. Ondanks zijn beperkingen had hij zich zò enorm ingezet, al die jaren. De opbrengst van zijn handel was voor een goed doel en de kofferbakmarkten waren hoogtepunten voor hem. “Hij leefde niet voor zichzelf” schreef ik in het condoleanceboek.
Dit is één van de handwerken die ik op een eerdere kofferbakmarkt langs het kanaal kocht. “Weet u ook wie het gemaakt heeft?” vroeg ik bij het afrekenen. “Ja, ik” zei de verkoopster glimlachend. “O, dan vind ik het nog mooier! zei ik. Het is ècht mooi gemaakt!” Een borduurwerk in platsteek zie je niet zoveel. Ik zet het wandkleedje met de vissers in m’n shop. Ik vind het wel passen bij m’n stukje van vandaag. Het gaat over Nederlands cultureel erfgoed, over speuren naar mooie spullen, over uitkijken over het water. Ook over “verlangend uitzien”. Wat aangrijpend als iemand er ineens niet meer is. Iemand die zoveel jaar daar zijn plekje langs het water heeft gehad.
De kofferbakmarkten langs het kanaal waren een succes deze zomer. Ik kocht hier nog meer handwerk wat ik op m’n shop wil zetten. Van sommige spullen is de maakster of de verkoper al overleden. En dat raakt ons soms. Van andere spullen is het extra leuk als je nog even een praatje kan maken met de maakster, die haar eigen werk verkoopt. Zoals die vissers geborduurd in platsteek.