Vanuit verschillende plekken van het land waren we nog een keer allemaal naar het dorp gegaan waar we vroeger woonden. In dat dorp staat een oude dorpskerk, en om die kerk werd meer dan 30 jaar een grote rommelmarkt gehouden. Daar gingen we elk jaar naar toe. Nu werd de markt voor het laatst gehouden, en dat werd dus een afscheid. We ontmoetten elkaar midden op de markt, we maakten praatjes met de mensen die we elk jaar daar tegenkwamen, we kochten een lootje (wat we anders nooit doen) en wonnen niks, we snuffelden wat (maar er was nu al veel minder dan anders). En daarna waren we door m’n schoonzus uitgenodigd voor een lunch op een mooi plekje. Zij had in de buurt van het dorp haar kampeerauto neergezet op een terrein en toen we daar kwamen zeiden we: “Bestáát dit nog?” Het was een prachtig plekje!
Vanuit onze meegenomen klapstoeltjes keken we uit op die weidse verten, en lieten elkaar zien wat we hadden gekocht op de kerkemarkt. Ik had een klein kussentje gekocht en dat is ook weer een verhaal want ik had nèt de dag tevoren een tijdschrift in m’n handen gehad over Noors borduurwerk. “Daar hoop ik dan eens wat van tegen te komen”, had ik bedacht, en prompt deed ik dat. Deze stijl van borduren is heel populair geweest en er worden vooral geometrische figuren mee gemaakt.
Daarna gingen we met een paar familieleden naar de begraafplaats waar mijn schoonouders zijn begraven en maakten we het graf schoon.
Oude tradities worden afgesloten, nieuwe worden gevestigd. Het was mooi om zo bij elkaar te zijn, op deze zonnige dag in mei.