In onze tijd is breien volop creatief plezier, maar dat was vroeger wel anders! Breien was een zeer serieuze aangelegenheid. In de 16e eeuw was breien iets voor mannelijke professionals. Er waren gilden die zich specialiseerden in bijvoorbeeld kousen of wanten breien. Leden van een gilde moesten zich legitimeren met een gildepenning. Met een breischede konden de mannen sneller breien. Tijdens het breien staken ze de werknaald in het kokertje dat in de broeksband werd gestoken. Zo hoefden ze één naald minder vast te houden.
In de tentoonstelling Breien! in het Fries museum is deze vitrine te zien waarin het werk van zo’n breigilde is uitgebeeld. In een andere vitrine lag ook een handschoen, één van de oudste breivondsten uit de 16e eeuw. Leuk om zo een beeld te krijgen van hoe er in die tijd werd gebreid.
Van recenter datum, maar voor ons doen nog wel tamelijk oud, is het Nomotta Leerboek voor handwerken van wol. Het is gedrukt in 1935 en dus tachtig jaar oud. Het geeft ons een prachtig overzicht van al die oude steken en patronen, die wij nu weer leuk vinden om te gebruiken en die al zo’n lange historie hebben.