Lintkant is een halfmachinale kantsoort, die onder meerdere namen bekend is. In Ierland heet het Ierse- of Point-lacékant. In België heet het Brusselse kant of lintjeskant. Deze kantsoort is een voortvloeisel van de 17e eeuwse Milanese kant-met-de-veter of Guipurekant. De basis van deze kant is een smal bandje dat gemakkelijk rondgelegd kan worden omdat er een trekdraad langs de zijkanten is meegevlochten. Dit bandje wordt op een papieren patroon vastgeregen en daarna worden de openingen (die ontstaan door de rondingen) opgevuld met naaldkantsteken. Dit zijn dan gelijk ook siersteken, waardoor nog wat extra’s wordt toegevoegd aan het geheel.
Volgens het boekje Lintkant is het een gemakkelijke kantsoort om te beoefenen. De twee blauwe patroon-vellen (rechtsboven) horen bij het boekje.
Het tijdschrift Handwerken zonder Grenzen besteeedde in 1982 aandacht aan deze kantsoort (het tijdschrift ligt linksboven opgengeslagen), en stimuleerde de lezers om het zelf ook eens te proberen. Daarom werd een stuk kant in het materiaal-pakket meegeleverd. Ik plaatste zo’n oud stukje probeer-lintkant in m’n shop. En ook een oud kleedje wat op deze manier is gemaakt.
Het leuke is: als je eenmaal kennis hebt genomen van deze kantsoort, dan herken je hem ook direct! Ik herkende de kleedjes bijvoorbeeld in de etalage van de snoepwinkel in het Openlucht-Museum in Arnhem. En ik nam (een paar weken geleden al) ook een kijkje ìn de winkel: daar lagen wat van die kleedjes als ondergrond voor wat snuisterijen. Een snoeperige kantsoort uit een oude traditie.
Bewaren
Bewaren