De mand op de foto is m’n lievelingsmand. Ik heb er aardig wat, maar deze is speciaal omdat ik als tiener zo’n sterke drive had: “Die wil ik hebben!” Jarenlang had ik deze mand in gebruik als wol- of opbergmand en al die jaren bleef hij mooi. Ik fotografeerde er een boek in wat ik al eerder verkocht (er zijn nog veel meer mandeliefhebbers!) en toen ik het nog een keer kon kopen deed ik dat. Kan nèt, op een handwerkblog, toch? Vooral met het kleedje erbij, dat heeft ook wel iets van ‘weven’. Ik vind ‘handwerken’ en ‘manden’ wel heel goed samengaan: Handwerk komt altijd zo mooi uit bij riet of pitriet of touw of wilgetenen. De tekst achterop dit boek vind ik ook leuk. Soms typ ik de tekst van de achterflap van een boek helemaal over, zodat een eventuele koper van een boek al een aardig idee van het boek kan krijgen. Dat deed ik ook dit keer weer en je vindt die tekst in de shop. Ik vond het leuk om in die tekst dezelfde gedachte te lezen die ik ook had: Dat mandvlechten zèlfs in onze tijd met al onze mechanisch geproduceerde artikelen nog steeds populair is. En er wordt ook vermeld dat dit oeroude ambacht (ouder dan pottenbakken of weven!) in alle culturen werd en wordt beoefend.
Juist omdat ‘mandvlechten’ al zo oud is, vind ik het ook helemaal prima om nog de oude spelling aan te houden. Die extra ‘n’ in samengestelde woorden laat ik trouwens wel vaker achterwege. Ik schrijf nog steeds ‘pannekoeken’, en dit boek uit de zeventiger jaren heet ook nog gewoon ‘Mandewerk’. Kan best!