Het is de laatste dag van juli. De hele maand heb ik borduurwerken laten zien die gemaakt zijn door één mevrouw. Veel van haar borduurwerken zijn gesigneerd met WE, en soms borduurde ze haar initialen ook in replica-merklappen. Zo krijgt zo’n merklap nèt iets eigens, ook als is het ontwerp al meer dan honderd jaar geleden samengesteld uit bekende grote en kleine motieven.
“Wil je nog wat vertellen over je moeder”, vroeg ik aan haar dochter, die een hele doos met nagelaten borduurwerken aan mij wilde verkopen. “Mijn moeder was dòl op borduren, kreeg ik te horen, en ze was er ook heel precies in. Ze kon rustig een foutje weer uithalen wat niemand zou zien, maar zìj zag het en dan stoorde het haar en dan wilde ze het goed maken. Het moest heel precies. Ook het afhechten ging altijd heel netjes.”
En verder: “Ze had een opleiding gevolgd voor handwerken en daar wilde ze dolgraag mee verder. Maar het mocht niet. Toen de opleiding klaar was, moest ze thuis meehelpen op de boerderij. Daar heeft ze altijd last van gehad. Later toen ze tijd had, is ze al die grote borduurwerken gaan maken.”
Zo gaat er altijd een heel léven schuil achter handwerk. Deze borduurwerken zijn niet alleen maar mooi om te zien. Ze geven iets weer van de maakster. Iemand kan heel precies zijn, èlk steekje moet exact zoals in het patroon. Er mag geen foutje blijven zitten. Maar één ding mag anders: haar eigen initialen mochten in de merklap!
Zo is zo’n merklap niet alleen een fraai borduurwerk. Maar ook een beetje een ‘in memoriam’. Een aandenken aan mevrouw WE, die zo van borduren hield.