Sentimental journey: nog eens met de fiets van het dorp (waar ik vroeger woonde) naar de stad (waar ik vroeger naar de middelbare school ging). Huis en school stonden allebei dichtbij een station, dus als het regende kon ik ook met de trein. Maar meestal fietsten we in een groep naar school en het was leuk om diezelfde rit vandaag nog eens te maken. Ik herinnerde me alle plekjes van vroeger nog zò goed, en ook het weidse gevoel wat ik daar altijd had. En het thuiskomen en alle verhalen van die dag tegen m’n moeder vertellen. Nu kwam ik weer ’thuis’ en waren m’n zussen daar aan het werk en na m’n fietstochtje ging ik maar eens helpen. Een verschil met vroeger: vroeger had ik een muts op die m’n moeder had gebreid, nu een muts die m’n dochter voor me had gebreid. Er zijn zo van die periodes in het leven dat je elke dag wel terugdenkt aan ‘vroeger’ en ik zit nu in zo’n periode.