Kleedjes haken was vroeger een volkskunst, die door veel vrouwen werd beoefend. Er waren nog niet zulke mooie boekjes als nu, en ook de Durable-boekjes verschenen pas in de zeventiger jaren. Daarvóór verschenen de patronen in kranten en tijdschriften. De patronen werden vaak uitgeknipt en soms ook opgeplakt. In de loop der jaren verkleurde het papier en ook het plakband, en dat is nu natuurlijk juist leuk om te zien. Die gescheurde en rommelige patronen geven juist het tijdsbeeld goed weer.
Haakpatronen voor kleedjes werden soms ook uitgetypt, en dan weer uitgeleend want waarom zou je anders je naam bovenin schrijven? Buurvrouwen leenden patronen aan elkaar uit, bewonderden elkaars kleedjes, bespraken kleine haperingen of het te strak worden van de rand en zulk soort dingen. Dat lees je gewoon allemaal af van die oude papieren.
Ik kreeg een hele map met deze patronen en daar ben ik blij mee! Ze zijn heel lang bewaard gebleven, en ik zie er de waarde wel van in. De gever was blij dat ik ‘er iets in zag’ (en ook dat ze de map zelf eindelijk een goede bestemming heeft kunnen geven). Ik heb nog meer van dit soort oude haakpatronen en voorlopig gaat m’n nieuwe map daar ook bij. Later hoop ik de hele stapel dan nog wel weer eens uit te zoeken. Want ook al hebben we nu een revival van de Durable-boekjes, en worden er nieuwe ‘mandala-patronen’ gepubliceerd, deze oude patronen uit grootmoeders’ tijd hebben toch zéker ook hun waarde!