Pop 1: Een burgervrouw tussen 1780- 1800 droeg deze japon van bedrukte katoen met strakke mouwen.
Pop 2: Dit jak in empire stijl van Indiase sits is geïnspireerd door de Griekse oudheid. Het jak heeft een hoge taille en korte pofmouwtjes. De rok is van zijde en linnen. Dit was mode tussen 1790 en 1805.
Pop 3: Het jak en de rok van wollen mousseline stamt uit de Biedermeiertijd, van rond 1840. De invloeden uit de tijd van Napoleon (empire stijl) werden uitgebannen en er kwam veel bravere kleding voor terug. De grote pofmouwen worden ‘schapeboutmouwen’ genoemd.
Deze presentatie van oude kleding die gedragen is in Friesland zag ik in het museum in Dokkum. Een bordje naast de vitrine gaf korte uitleg van de specifieke kenmerken van de kledingstijlen, die elkaar in de 18e eeuwen snel opvolgden. Ik vond het mooi hoe ze dat treffend hadden weergegeven, want daardoor wordt je geholpen om wat nauwkeuriger te kijken naar de mouwen en tailles en stoffen en dergelijke. Als zo’n bordje er niet bijstaat, dan ben je eerder geneigd om te denken: “O, oude jurken”, en dan loop je sneller door.
In m’n shop heb ik drie Franse boekjes die heel gedetailleerd ingaan op de kledingstijlen uit de geschiedenis. Le Costume
Bewaren