Vroeger werden lange en stevige rokken gedragen en meestal zaten daar geen zakken in. De behoefte om toch iets bij je te kunnen dragen leidde ertoe dat er losse zaken werden gemaakt die je om het middel kunt knopen. Deze zakken werden ònder de kleding gedragen. Zak 1, zak 2
De kunst op vakantie is om zo min mogelijk mee te nemen wat je toch niet nodig hebt, maar het lastige is dat je dat niet van te voren weet. In beperking toont zich de meester (zeggen ze). Beperkingen zijn er altijd, bijvoorbeeld door de (beperkte) ruimte wat je mee kunt nemen. Wat zouden de vrouwen van vroeger in deze zakken gestopt hebben? Er kon niet zoveel in. De sleutelbos misschien, of geld. Of alleen een zak-doek?