De grote firma van Otto Beyer had hoofdkantoren in Leipzig, Berlijn, Zürich en Weenen, en van daaruit gingen de Duitstalige patroonbladen naar talloze huizen in de Duitstalige landen. In Nederland was er ook een kantoor, in Amsterdam, en dat zorgde voor distributie van de Hollandsche Beyer-serie. Dezelfde foto’s konden worden gebruikt en de patronen en de voorkanten werden vertaald in het Nederlands. Deze serie heeft veel betekend voor duizenden vrouwen, die de patronen gebruikten om voor hun gezinnen te breien. In zekere zin waren deze tijdschriften toonaangevend; juist omdat ze dun en goedkoop waren en precies de patronen boden die nodig waren voor de na-oorlogse opbouw.
Opvallend: in deze collage nog weer een foto van die jonge vrouw in een Noorsche pullover. Maar dit is de originele! Als je de uitgave van Bruil ernaast legt, zie je nauwelijks verschil, alleen onderaan de vermelding van de uitgever, en het nummer was aangepast. Beyer gebruikte een H-nummer om de afzonderlijke uitgaven van hun grote uitgeverij aan te geven. Ook het blad Sierlijke kleedjes was helemaal nagemaakt, maar daar heb ik nu geen Bruil-exemplaar meer van, maar ik kon het nog zien in mijn foto-archief. Interessant dus, om te zien hoe er gewoon plagiaat werd gepleegd.
Maar dit zijnd dus de originele uitgaven, van de rechthebbende Beyer-rechthebbende. Deze uitgaven voorzagen in een grote behoefte. Alleen de papierkwaliteit was nog niet zo goed, dus veel van deze oude patroonbladen zijn weggedaan. Maar deze negen kan ik nu in m’n shop zetten.