We rijden op de Hardangervidda, de grootste hoogvlakte van Europa. Het is indrukwekkend. We rijden kilometers achter elkaar en er lijkt geen einde aan te komen. We worden helemaal in de omgeving opgenomen. We kijken, we verwonderen, we zijn er stil van. Er zijn weinig andere auto’s en af en toe stoppen we langs de kant van de weg om het nog meer tot ons door te laten dringen.
Meestal zie je de sneeuw op de bergen vanaf een afstand. Maar nu zijn we er dichtbij. We zijn zo hoog dat we de sneeuw links en rechts van de weg zien liggen. Ik was altijd al benieuwd hoe dat er van dichtbij uit zou zien, en nu zie ik het. In de sleuven of dalen ligt de sneeuw opgehoopt en op de hellingen is hij weg. Het is al juni en nog steeds is de sneeuw op veel plekken niet weggesmolten.
Aan het eind van zo’n sneeuw-sleuf sijpelt een beetje smeltwater bij het andere water wat al gesmolten is. De weg is zo aangelegd dat je daar geen last van hebt. We rijden hier comfortabel in een verwarmde auto op een goed begaanbare weg en ik realiseer me dat het heel lang voor de meeste mensen niet mogelijk was om hier zelf eens een kijkje te nemen. Nu kan dat zomaar. We zijn op 1300 meter hoogte.
M’n haakwerkje was ook nog nooit zo hoog geweest.