Een grote hal met overvloedige tropische planten en bloemen, midden in de Hollandse polder. Fijn om een tijdje te vertoeven. Ik week van het hoofdpad af om ‘de jungle’ nog wat verder te exploreren. Ik klom een trapje op naar een uitkijkpost en keek vandaar de groene ruimte in. Achter die uitkijkpost was gewoon een witte muur, die nog wat licht doorliet. Op zo’n moment denk je er niet teveel over na, maar daarachter is het dus gewoon januari-in-Holland. Daarachter is de parkeerplaats, en toen ik daarvandaan wegreed en die grijzige muur zag had ik precies dezelfde gedachte, maar dan andersom: “Daarachter die muur is dat plekje waar ik zojuist nog rondliep met m’n tasje.”
En zo kon ik (in Luttelgeest) even in een ‘ander wereldje’ zijn. Me verwonderen over bloemen waarvan ik de naam niet (meer) weet. Me verblijden over die perfecte geel-oranje kleuren. M’n hoofd leegmaken door het juist te vullen met andere indrukken. Ik had aan één tas niet genoeg, dus deze had ik ook mee, en van die ster weet ik wèl de naam. Het is de Ohio-star, die het zo goed doet op een zwarte oude boodschappentas.