De eerste tas die ik omhaakte had telkens drie toeren groen tussen de gehaakte tulpjes. De tulpen-toeren verschillen dan ietsje van elkaar. Niet veel, maar ik wilde toch eens kijken hoe het anders kon. Met paars begon ik nog een keer te haken, en een paar dagen geleden had ik toegezegd nog eens te laten zien “waar dat toe leidt“. Het haakwerk wordt dan gewoon iets groter. Tè groot dus. Ik zou de bovenste toeren kunnen uithalen en het haakwerk alsnog op de tas kunnen naaien, maar dat wilde ik niet meer. Voor dit soort toepassingen is het namelijk nodig dat je het haak- of breiwerk ook een beetje kunt opspannen. Dus ook in de breedte wat kunt uitrekken. Anders komt het niet mooi strak om de tas te zitten. Iemand vroeg me een keer of ik in m’n blogjes af en toe ook wat uitgebreider op wat foefjes wilde ingaan, dus vandaar deze lange beschrijving. Als ik de bovenste toeren van het paarse tulpenveld zou uithalen, dan was het werk weliswaar kòrter geworden, maar kon ik toch nog onvoldoende rekken om het haakwerk strak op de tas te krijgen. En het haakwerkje links op de foto had weer een ander probleem: daarvan had ik te weinig paarse wol. Ik heb al weer een nieuwe oplossing bedacht en die hoop ik later te laten zien.