Alle moeders zijn af en toe een beetje weemoedig. Voor mij was een recente aanleiding dat m’n dochter nog wat kleren meenam die hier nog hingen. Het is al weer tien jaar geleden dat ze ‘uitvloog’ naar een buitenlandse universiteit. Daar woonde ze op een grote campus maar studentenkamers zijn altijd klein dus een groot deel van haar kleren bleef gewoon thuis hangen. In de loop der jaren verdween er steeds meer, maar nog altijd was er een kast waar wat kleding in bleef hangen. Een avondjurk, die ze droeg naar een gala van de middelbare school. Haar geliefde spijkerjasje, wat allang vervangen was door andere jasjes. Na al die jaren is nog steeds te zien hoe ze er met pen bij de manchetten op had geschreven. Toen ze het weer zag, kreeg ze gelijk weer dat middelbare-school-gevoel. En ik natuurlijk ook: door die kleding waren we ineens weer tien jaar terug in de tijd. O, mooie tijd! O, rijke gezinstijd! O, mooie dochter!
Nu gingen we in het weekend samen wat kleren uitzoeken. “Dit kan weg en dat kan weg”. Bij elk kledingstuk zie ik haar weer staan: bruisend, hardwerkend, levenslustig. Jong en mooi! Maar er is een tijd om op te ruimen en anderen blij te maken met overtollige kleding. De tijd van ‘bewaren’ is nu voorbij. Dus de stapel wordt hoger en de kast wordt leger. Ik ben het ermee eens: “Dit kan weg en dat kan weg”.
Maar waar ik toch wel blij mee ben: dat spijkerjasje en die galajurk hoeven niet weg; die neemt ze zelf mee. De zak staat hier nog, die brengen we binnenkort wel naar haar toe. Met nog wat andere spullen. Voor een foto haalde ik dat jasje er die jurk er nog even uit. Uitgevlogen!