Lange tijd was ‘borduren’ een passende huisvlijt voor vrouwen en meisjes, maar in het begin van de 20e eeuw kwam er verandering. Kunstenaars en vormgevers pleitten voor een herwaardering voor naaldkunst als volwaardige kunstvorm. De foto’s hieronder zijn daar een goed voorbeeld van: hoogwaardige kunstuitingen passend bij de twintigste eeuw en met gebruikmaking van klassieke technieken als gobelinweven en borduren. Deze en andere voorbeelden zijn te zien in een tentoonstelling in museum De Wieger in Deurne.
Van een bloglezeres had ik een tijdschriftpagina ontvangen die deze tentoonstelling bespreekt, met een prachtige foto van een borduurwerk van Erné ’t Hooft. Ik herkende de afbeelding direct: die staat ook in één van mijn boekjes!
Toen ik deze oude boekjes voor het eerst ontdekte was ik erdoor geïntigreerd, juist ook omdat er totaal geen belangstelling voor was, terwijl het toch in een interessante periode is verschenen (eerste druk 1947). Nu wilde ik graag naar deze tentoonstelling (die nog tot 1 december is te zien).
Het huis wat nu een museum is geworden was vroeger het doktershuis van familie Wiegersma. Vroeger hingen er ook al monumentale wandkleden in het huis, en liepen kunstenaars in en uit en beïnvloedden elkaar.
De revival van de naaldkunst aan het begin van de vorige eeuw draaide vooral om de bevestiging dat de naald- en weefkunst ook geschikt is als autonome kunstvorm. Na de Tweede Wereldoorlog ging het toen nog meer richting vrije expressie. Dit laat het werk hieronder zien, van Pieter Wiegersma, een zoon van de vroegere dokter en initiatiefnemer van het museum. Het heet ’takken voor de zon’ en komt uit 1975.
Dit wandkleed hangt bij de ingang van de expositie, en nu wil ik graag verder of eigenlijk terug naar de nog iets eerdere tijd, met werken waar niet zo vaak iets van is te zien. Ik kom in een volgende ruimte, en ja: daar hangt het!
Ik maakte de foto zo, dat in de volgende ruimte nog een schilderij van Theo van Doesburg is te zien. Verderop hangen nog werken van Bram van der Lek en anderen uit die vernieuwende kunstbeweging van de jaren twintig van de vorige eeuw. Dat maakte nog meer dat ik het prachtig vond om dit wandkleed, en andere naaldkunstwerken, hier te zien. Het past allemaal bij elkaar! Doorgaans is er meer tijd voor de schilderkunst, maar hier is de naaldkunst haar volwaardige plek binnen de andere kunsten van deze tijd gegeven. Dit was boeiend om te zien.
De medewerkster van het museum kwam al aankondigen dat de laatste vijf minuten van de openingstijd zijn ingegaan. We waren eerst naar iets anders geweest, daarna naar het tentoongestelde Wandtapijt van Deurne, wat ook alleen ’s middags kon, en nu was er nog maar weinig tijd voor dit museum. Overigens is het natuurlijk van harte aanbevolen om beide exposities in Deurne te combineren: ze sluiten op elkaar aan.
Nu had ik nog maar kort tijd voor een paar mooie foto’s van dit opmerkelijke borduurwerk van Ernee’t Hooft. Misschien dat mijn boekjes over haar nu nog eens verkocht worden, want het is heel terecht dat hier nu wat meer aandacht voor komt. Zij was een opmerkelijke kunstenares, met een Naald vol Droomen, die prachtig werk heeft gemaakt. Het geëxposeerde werk heet ‘Molenbeek’, en misschien was zij het zelf wel die daar zat te borduren.
Voor iedereen die de naald- en weefkunst van de vorige eeuw graag ziet hangen in een mooi museum, met context van kunst uit de eerste helft van de twintigste eeuw, is dit een belangrijke expositie, onder de mooie titel Draadkrachtig.
Het belang van deze tentoonstelling wordt ook duidelijk doordat er eenmalige lezing over wordt gehouden.