Het plan was om wat spullen naar de kringloopwinkel te brengen. Ik had ze al ingeladen in de auto toen mijn thuiswerkende man op het idee kwam om even op de website van de winkel te kijken. Vermoeden werd bevestigd: er mogen géén spullen meer worden ingebracht. Balen. Dan ga ik wel met de fiets, zei ik. Dat was wel drie kwartier fietsen maar dat leek me wel een goed idee. Beetje stoom afblazen. Ik kwam erachter dat ook kringloopwinkels niet meer gezellig zijn, hoewel de aankleding dat nog wel is. Ik kocht een kussentje met een vluchtend hertje. Thuis las ik dat Staatsbosbeheer bezig is om 2000 edelherten af te schieten in het natuurgebied Oostvaardersplassen. Het zijn er gewoon veel te veel.
Ik kocht ook nog wat gehaakte sterren – daar kan ik straks wel wat mee – en fietste weer terug. Ik fietste door wijken waar ik anders nooit kom, voelde de warme wind, genoot van de gekleurde bomen, en had het gevoel dat ik afscheid nam van het vrije leven. Dìt mag niet en dàt mag niet en alles gaat dicht. Ik fietste langs een mooie kerk en stapte af voor een foto. Dicht, dicht, dicht.
En het voelt als: vluchten kan niet meer…