In de winter laat ik vaak een mand in de auto staan waar wat extra wintergoed in zit. Een eigengebreide deken zit erin en dit jaar ook een wollen lap met herinneringen. Vroeger was dit een rok van m’n moeder. Ik knipte de tailleband eraf en zoomde hem om. Een mooie ruit in pure wol en die kwam nu goed van pas. Het was min acht graden toen we als allereersten op de parkeerplaats aankwamen.
We hadden ook een uurtje later kunnen gaan, dan was het iets warmer geweest, maar we wilden graag die eerste zonnestralen meemaken. Een belevenis!
We liepen het stukje vanaf de parkeerplaats naar het Kootwijkerzand. Hier waren we ook tijdens de eerste lockdown. Toen was de uitkijktoren afgezet met rood-wit-lint. Zo bont was het nu gelukkig niet en met de energie van een nieuwe dag beklom ik voor de eerste keer de uitkijktoren.
Uitzicht! Het Kootwijkerzand heet nu Kootwijkersneeuw! Het was ijzig koud daarboven op die toren. Ik had die wollen doek om m’n middel geknoopt en dat hielp wel een beetje. Ik wilde hem wel even over de railing hangen, maar dat ging ècht niet. Meer dan één foto kon ik hier niet maken want dan zouden m’n vingers bevriezen.
Gauw weer naar beneden en eerst maar eens een half uur flink ploeteren door de sneeuw om de bloeddoorstroming op gang te krijgen. Pas na een hele tijd durfden we het aan om te stoppen voor de koffie. M’n lief zei dat ik er idioot uitzag met die lap om m’n middel, maar voor het eerste gedeelte van deze wandeling was ik blij dat ik op deze manier voor wat extra warmte kon zorgen. Nu werd de zonnestraling wat krachtiger en kon de lap in de rugzak.
En de thermoskan kon eruit! Meest perfecte koffieplekje!