Wandtapijten weerspiegelen de geschiedenis, en alleen al om die reden zijn ze interessant.
Een tijdje geleden was ik in een historische zaal waar een paar mooie wandtapijten hingen. De foto van die zaal wilde ik gebruiken om een paar boeken over Tapestries aan te prijzen. Maar bij nader inzien bleken de wandtapijten in dit Academiegebouw nog niet echt oud te zijn, en bleef de foto liggen. Alle boeken over wandtapijten zeggen dat de bloeitijd van deze kunst lag in de Middeleeuwen. Het nivo van toen is daarna nooit meer geëvenaard, hoewel er natuurlijk nog steeds prachtige gobelins werden gemaakt.
Vorige week was ik opnieuw in zo’n mooie oude ruimte waarin een groot wandtapijt alle aandacht krijgt: het Rijksmuseum Twente. De geschiedenis van deze Tapestries is interessant genoeg om er iets van te willen weten en dat kan met deze boeken. Ze geven een geïllustreerd overzicht van één der oudste Westeuropese ambachten. Er werd geweven in twee weeftechnieken: de basse-lissetechniek of de haute-lissetechniek. De eerste is een horizontale weeftechniek, waarbij de wever heel nauwkeurig naar een afbeelding werkt. Het voorbeeld bevindt zich onder het weefgetouw. De tweede is een verticale weeftechniek, waarbij de wever voor loodrecht gespannen kettingdraden zit. Vanaf 1805 kon er met de uitgevonden damastweefmachine ook industriëel vervaagdigde tapijten worden gemaakt.
Sommige tapijten werden wereldberoemd, zoals “The offering of the heart” uit het begin van de 15e eeuw. Een foto hiervan is te zien op het derde boek.
De ondertitel van het eerste boek is: “Mirror of History“. Ik hou ervan als de geschiedenis van handwerk wordt verweven met de geschiedenis der eeuwen. Wat is er allemaal gebeurd, en wat is er nog te zien?