Praten en Breien is het eerste echte brei-tijdschrift wat in Nederland aan het begin van de jaren dertig verschijnt. Oude exemplaren zijn heel zeldzaam. Ik heb er vier om te laten zien en in m’n shop te zetten. Zò leuk om dit eens te zien!
Lange tijd is er een spreekwoord geweest (nu niet meer zo bekend): Zij kan praten en breien tegelijk. Dat betekent dat iemand twee dingen tegelijk kan doen. Die schone kunst verstaan vrouwen, en het is heerlijk om in gezelschap te kunnen breien, en al breiende bij te praten.
In één van deze nummers wordt die kunst ook onder woorden gebracht, in een inleiding over dat de herfst weer is begonnen:
“De tijd is nu weer gekomen voor bridge- en praatavondjes en voor ‘Praten en breien’. Praten en Breien, echt een bezigheid voor de lange winteravonden. Daar rust je bij uit van den dagelijkschen arbeid en ’t geeft in de kamer zoo’n huiselijke, knusse sfeer. Er is meer dan genoeg te doen want we moeten nu beginnen aan de warme wollen kleeding voor ’t hartje van den winter: ondergoed, pullovers, jumpers en japonnen, shawls, handschoenen, mutsjes, ja, wat al niet. Elke wintergarderobe van kinderen zoowel als van volwassenen, bestaat voor een groot deel uit gebreide kleedingstukken en is het dan niet het aardigste en het voordeligste, om dat alles zelf te maken van het beste, het mooiste materiaal, dat er is: Everlasting? Het is een genot er mee te werken, de draad is zoo gaaf en sterk en de kleuren zijn zoo prachtig!”
Zo was dit tijdschrijft gelijk ook het marketingblad van de Everlastingfabrieken in Heeze, die garen produceerden voor Nederlands gebruik.
De redactie werd gevoerd door Joop ter Heul.
Brei-tijdschriften uit 1934: dat is echt wel bijzonder! Ik heb van elk tijdschrift (die helemaal niet zo dik zijn en een doorlopende nummering hebben) een opengeslagen pagina gefotografeerd: mooie modellen! En ja, ondergoed werd inderdaad gebreid!
3 gedachten over “Praten en Breien!”
Ha Margriet,
Fascinerend tijdschrift! Geeft vast een mooi tijdsbeeld.
En: heeft Joop ter Heul dan echt bestaan?
Joop ter Heul was het ‘geesteskind’ van Cissy van Marxveld, en die naam was weer de schuilnaam van Setske Beek-de Haan.
Wel heel opmerkelijk dat de naam van ‘Joop ter Heul’ als redactie werd aangehouden in de eerste ongeveer twintig nummers van Praten en Breien.
Het voorwoord begint telkens met: “Joop aan ’t woord”, en eindigt met een duidelijk leesbare handtekening.
Dat maakt het voor ons nu allemaal extra interessant om op terug te kijken.
Voor de lezers jonger dan pakweg 50 jaar: “Joop ter Heul” was de hoofdpersoon van een serie razend populaire meisjesboeken. Joop beleefde met haar meisjesclub (Jopopinoloukicoclub) de ‘dolste’ avonturen.
Later werd gezegd dat deze serie een ‘ongeëvenaarde’ blik gaf op het leven in de jaren twintig van de vorige eeuw.
Nu krijg ik zelf ook zin om dit boek eens te lezen. Ik vond het vroeger veel te ouderwets of te ‘dol’, maar nu ik deze brei-tijdschriften heb gezien denk ik dat ik nog eens dit klassieke meisjesboek zou willen lezen.
Dank voor je toelichting op de naam Joop ter Heul als redactrice.
Onlangs heb ik deelgenomen aan een rondleiding door de Koninklijke Bibliotheek. Je blogde daar een poosje geleden over. Echt een goudmijn als het om handwerken gaat. Bij mijn aanmelding voor de rondleiding kon ik aangeven dat ik geïnteresseerd was in handwerken. En dus lagen er een paar mooie handwerkpublicaties uit 1928 klaar om in te zien.
Aangezien de KB bij mij om de hoek is, ga ik vast nog eens wat inzien. Eerst even lid worden.