Vorig jaar hing ik op 5 mei mijn Hollandse quilt op in de haven van Bunschoten-Spakenburg.
En vandaag kan ik die foto nog een keer gebruiken, want ik ga verder met mijn serie over klederdrachten. Ik heb twaalf enveloppen met klederdracht-patronen voor poppen. En bij elke beschrijving staat een leuk stukje wat de dracht uit die regio of plaats zo mooi typeert. In een aantal blogjes neem ik die stukjes over en aan het eind bied ik die enveloppen te koop aan.
De kleine foto die ik hierbij plaats is een bladzijde uit het boek over klederdrachten uit de Handwerkbibliotheek van Ariadne.
“De grote schatkamer van onze volkskledij ligt in Spakenburg. Een werkelijk belangrijk en nog goed levend element van volksdracht. Groot is de schat aan volkseigen kleur. Het is een zonderling land, dat Eemland. Het is zo vlak als een hand, zonder bomen of huizen en zo plat en zo groen als een biljartlaken. Precies zoals men het wel eens ziet op romantische prentverzinsels. Maar hier was het werkelijkheid. Een groep vrouwen in Spakenburgse volksdracht, in menig opzicht eigenaardig afwijkend van wat men elders in het land nog vindt. De kraplap staat breed en stijf over de schouders uit. Het rood geruite halsdoek, midden voor het lijf, recht en vrij smal, naar beneden lopend en in de taille vastgestoken. Over de rokken de donderblauwe katoenen schulk met erboven aan een stukje Fries ruitje (van hetzelfde patroon als de losse overmouwtjes.) De dracht wordt zorgvuldig in ere gehouden. En zeker is hier de gereformeerde godsdiensteenheid der bevolking een krachtig middel tot het behouden van deze eenheid in de kleding.”