Lange tijd werden de patronen voor het vervaardigen van kant doorgegeven. Pas aan het eind van de 19e eeuw en het begin van de 20e eeuw werden er boeken gemaakt waarin verzamelde patronen werden gepubliceerd. DMC was daarbij een belangrijke uitgever, en hun publicaties werden een ‘bibliotheek’ genoemd: de DMC-Bibliotheek. En dat is terecht: deze bundelingen van patronen droegen de oude handwerktechnieken naar een nieuwe tijd en droegen er ook toe bij dat later nog veel meer boeken konden verschijnen, die zich dan weer baseerden op die eerste uitgaven.
De belangrijkste uitgaven verschenen meestal in meerdere talen, bijna altijd in Frans en Duits, en soms ook in Engels en Nederlands.
En als een leerboek veel gebruikt zou gaan worden en er ook nog eens aparte patronen bij horen, dan werd er een aparte slipcase bijgemaakt. Dat zie je niet vaak bij handwerkboeken, en toont ook hoe belangrijk een boek was voor de tijd dat het werd uitgegeven. Het jaartal staat er niet altijd in, maar deze boeken zijn van begin jaren dertig.
Vanmorgen in het nieuws een uitleg over de hoedjesparade vandaag bij prinsjesdag. De uitleg over de moderne geschiedenis van de Haagse hoedenshow gaat terug tot begin jaren zeventig. Wat ik miste bij die uitleg is dat het altijd al een uiting van beschaving is geweest dat nette vrouwen iets op hun hoofd droegen. Eeuwenlang waren dat kanten mutsen. Prima natuurlijk dat de hoed het overnam, in kerken en in koninklijke- en/of haagse kringen. Maar toch ook wel interessant dat eeuwenlang kant een ‘hoofdrol’ speelde in de ‘hoofdbedekking’.
En al die kant werd met de hand geklost, en daar waren dus mooie boeken voor! Nu mooie oude boeken voor verzamelaars, òf om opnieuw te gebruiken.




