Middenin de oude binnenstad van Utrecht woont m’n nicht tijdelijk in een mooi oud grachtenhuis en vandaag ging ik nog een keer naar haar toe. Ze heeft daar een mooi plekje pàl achter de botanische tuin en vlàkbij een paar indrukwekkende musea. En ze heeft ook nog eens een schattig meisje van anderhalf, dus meer dan genoeg reden om haar nog eens op te zoeken voordat ze weer naar het buitenland vertrekt. Wat is zo’n kleintje lief en aandoenlijk! Dat kleintje van m’n nicht bedoel ik, dat zo lekker bij me kwam zitten om voorgelezen te worden. Maar ook dit kleintje op een schilderij in het Catherijneconvent. Ik bewonderde vandaag nog meer schilderijen waarop de kant rijkelijk gedrapeerd om de halzen was te zien. Kant als prachtig middel om de voornaamheid en adellijkheid en rijkdom te showen. Met een museumkaart kan je zò een museum binnenlopen en na al die eeuwen is dat moois nog steeds mooi.
Nu wordt er ook weer veel gekantklost en alle technieken worden weer opnieuw ontdekt en beoefend. Er is al heel veel onderzoek gedaan naar de verschillende kantsoorten en die worden zo goed mogelijk beschreven. In 1980 werd het kantgenre “Rosaline Perlée herontdekt en beschreven en daar is ook een boekje van verschenen. Uitgeverij Terra in Zutphen heeft in die tijd een hele mooie serie kantklosboeken uitgebracht en daar heb ik er nu acht verschillende van bij elkaar gespaard. Sommige delen heb ik dubbel en ik hoop dat kantklos-liefhebbers hier blij mee zijn want het zijn praktische en bruikbare boekjes.