Dit zijn oude patronen die in drie enveloppen zaten. Het zijn twaalf klederdracht-patronen voor poppen. Ik wil ze niet in één keer verkopen en daarom begon ik vorige week aan twaalf blogjes over deze patronen. Want op elk patroon staat namelijk een interessante korte omschrijving van de dracht van één streek, en die wil ik in twaalf blogjes overnemen. Daar plaats ik dan telkens ook een foto bij. Vandaag neem ik de beschrijving van de Groninger dracht over van één van deze patroonvellen:
“De roem van de Groninger dracht, met name van de oorijzerperiode, heeft zijn ‘manifestatietijdperk’ eigenlijk vanaf het einde der 18e eeuw tot het begin van de tweede helft van de 19e eeuw gevierd. In de provincie Groningen was het toonaangevende kostuum voor het vierde kwart van de 18e eeuw geheel op een enigszins vertraagde en gematigde mode ingesteld. Het keuzecostuum voor de vrouw was het nauwsluitende jak met wijde schoot en de ruime rok. Door de toevoeging van het tipdoek, de schort, de beugeltas met haak wordt het costuum veranderd in een streekdracht.
De hoofdtooi van de vrouw, de ‘floddermuts’ is in principe dezelfde als in Drente, slechts enkele details verschillen.”