Het leven van bijna alle Limburgers wordt tussen 1900 en 1970 bepaald door drie belangrijke factoren: de mijn, de kerk en de staat. De sluiting van de mijnen heeft grote veranderingen en veel verdriet gebracht. De impact was enorm en werkte ook door in latere generaties. Er zijn boeken geschreven over Het Geluk van Limburg (Luyten) en het Verdriet van Limburg (Offermans). Eén van die boeken las ik en daar dacht ik aan toen we bovenop het plateau van Margraten op een bankje uitkeken over de vlakte en de afgravingen in de verte van de oude ENCI-groeve. De glorie en ondergang van de Nederlandse mijnkoolindustrie. Op zo’n plek voel je de impact. Dit jaar wordt in Kerkrade een musical opgevoerd, die een ode brengt aan de mijnwerkers van toen.
Maar de zon scheen, en de gele Kornoelje bloeide op het kale hout. Er zat nog een gehaakt bloemetje in de rugzak. Het lijkt allemaal vrolijk, op dat prachtige plekje, maar je weet dat er in deze streek ook veel verdriet is geweest, wat heel lang heeft doorgewerkt.