De afsluiting van onze gesprekskring mocht gister bij iemand met een wel héél mooie tuin: tjonge! Het regende, dus we zaten gewoon binnen en daar kon ik verder met een nieuw breiwerk. Het eerste gedeelte kan absoluut niet ‘in gezelschap’ want daar moet je juist heel erg bij opletten. Opnieuw brei ik van hetzelfde patroon wat m’n dochter eerst heeft gebruikt, en zij had alle hobbels al bestudeerd. Ik brei met door haar geïmorteerde wol uit Ierland. Dit keer wordt het boord wel als eerste gebreid (bij de groene trui als laatste) maar na het breien van dat boord moet je het gelijk al dubbelvouwen en de steken op een vernuftige manier samenbreien. Dan komen weer de short rows, waardoor je een mooie pasvorm krijgt, maar tegelijkertijd moet je ook al de raglan maken. Dus flink opletten.
Na die oplet-rondes kon ik dan nu verder breien, en daar kreeg ik er in de kring wel vragen over. “Wat ben jij nou aan het breien?” Onder 60-plussers is het top-down-breien nog niet zo gebruikelijk als in de nieuwe brei-generatie.
Meestal laat ik op mijn blog het begin van een project zien, en na een tijdje de vordering en het voltooide werk. Een foto van dat laatste kan nog heel lang duren, want ik ben van plan om hier heel lang over te doen. Ik wil een tijdje een doorbreiwerkje hebben wat telkens klaarligt zodat ik onderweg of op visite telkens wat te breien heb. Zo, dus dit is het begin: