Eerst telde ik de weken, toen de dagen, en op het laatst de maaltijden. “Nog twee maaltijden, en dan mag ik weer.” Naar de tandarts. Beetje raar misschien, maar dit keer keek ik er gewoon naar uit. Ik draag al een jaar een beugel, en die zit goed strak. Daardoor verschuift de boel en dat is goed. Maar daardoor gaat de beugeldraad achterin m’n mond ook uitsteken en dat is pijnlijk. Hard praten doet pijn, eten en kouwen doet pijn en op het laatst doet alles pijn. Hoog tijd om weer naar de tandarts te gaan.
Ik ben de uren weer (goed) doorgekomen. De uitstekende beugeldraad is er weer uit en een nieuwe draad zit weer in de slotjes. Ik kreeg nieuwe elastiekjes en die zitten ook strak. Het is een heel gebeuren.
Na afloop ging ik nog weer even kijken bij de Waal, dat is mijn gewoonte als ik naar de tandarts ben geweest. Het gras groent alweer op. Nou de lucht nog wat blauwer. Dat past beter bij m’n strengetjes.