Van de grote lappendekens die ik had gemaakt waren nog veel vierkante lapjes over, en nu wilde ik (ongeveer vijftien jaar geleden) eens uitproberen wat er gebeurt als ik die twee keer diagonaal doormidden snij. Ik stelde mezelf de uitdaging om te kijken of ik er dan een geheel van kon maken. Dat was nog best lastig! Ik ‘mocht’ van mezelf geen nieuwe lapjes snijden, maar moest het met een beperkt aantal lapjes doen.
Na flink wat schuiven was ik tevreden met het resultaat en naaide ze aan elkaar. Maar toen kwam er nog een nieuwe uitdaging: het vinden van het juiste stofje voor de rand. Ik had al wel geleerd dat die heel bepalend is voor het resultaat. Een rand moet alles samenbinden, en bij zo’n bonte mengelmoes is dat nog belangrijker dan bij een evenwichtig quiltje. Deze blauw geruite rand voldeed precies aan de vereisten en had precies de goede midden-kleur om donker en licht te laten sprankelen.




