Een vol uur had ik in de tandartsstoel gelegen en toen ik weer thuis kwam was ik moe. En wilde ik maar één ding: koffie, en even buiten in het lentezonnetje zitten om bij te komen. Dat zijn dus eigenlijk twee dingen. En al gauw kwam er nog een derde bij: ik had zin om zolang de verdoving nog niet was uitgewerkt een klusje aan te pakken waar ik zelfs nog langer tegenop had gezien als tegen m’n recente wortelkanaalbehandeling. Ik bedoel: zolang ik nog aan het bijkomen was, wou ik daar een handwerkje bij. Dit handwerk lag al een tijdje bovenop de afmaak-stapel en ik had er zelfs al eens eerder over geblogd: helemaal in het begin. Daar is nog na te lezen dat ik schreef dat ik een mooie manier had gevonden om de rand af te werken. Door de hoogte van de pool is het lastig om een achterkant te naaien aan een smyrnawerk, en dus moet er eerst een afwerkrand gemaakt. Maar na dat blogje eind november bleef dit mooie werk alsnog liggen. Maar nu had ik door de tandarts inspiratie opgedaan! Ergens halverwege de behandeling werd m’n mond afgeplakt en werd de zielige kies geïsoleerd. Dat idee bleek nu voor mij bruikbaar bij het afmaken van dit kussen! Ik had er steeds last van dat de latste rij knopen de rand af wilde vallen, en nu besloot ik de randen af te plakken met breed plakband. Wie weet heeft een ander wat aan deze tip: werkt prima zo!
Wat frappant: toen ik dit handwerk eerder liet zien in november, lag er ook een amaryllis bij. Nu weer. Het is de allerlaatste bloem van een bos van een paar weken geleden. Bij deze bloemen is het vaak zo dat er nog een laatste knop is die nog opengaat als de rest allang is uitgebloeid. Die legde ik soms gewoon buiten, zonder water. Verrassend hoe lang hij dan nog goed blijft! Een laatbloeier, net als dit handwerk.