Deze trui-in-wording was al een paar jaar gestagneerd. Nu wil ik hem af hebben. Ik was een weekend bij m’n zus en wilde ook wat te breien hebben. Vroeger was er een tijdschrift met de titel ‘Breien en Praten’. En dat is nog steeds een goede combinatie. Eindelijk kon ik hiermee verder en ben gelijk al pratende een flink eindje opgeschoten.
Er zit een verhaal achter deze trui. Ik had wol gekocht in Noorwegen maar dat is al zes jaar geleden. Ik kocht maar gewoon een hele zak, want ik wist niet hoeveel ik nodig had. En voor echte wol was het toch niet duur. Ik breide een trui voor mijn man, en toen die trui twee jaar later klaar was liet ik hem hier zien, gecombineerd met een foto van een waterval-bruggetje. Wat zou het leuk zijn om nog eens op zo’n Noors bruggetje te staan, droomde ik in dat blogje, en sindsdien heb ik daar vaak aan gedacht. Ik wil nog graag eens terug naar dat ruige land.
Ik had nog best wel wat wol over voor nog een trui, en ik had zin om voor mezelf ook een trui met die grijze wol te breien. Ik wist wel dat het niet genoeg zou zijn, maar dacht dat ik daar later wel een oplossing voor zou verzinnen. Ik had gewoon zin om alvast te beginnen, en liet twee jaar geleden hier zien hoe dat werd. Ik schreef in dat blogje dat ik wel een bolletje per dag wilde breien, want het breide zò lekker! Een bloglezeres reageerde dat ze benieuwd was hoe de bovenkant eruit zou komen te zien. Met Noorse inbreimotieven?
Ja, dat was de bedoeling, want dan maakt het niet uit dat ik niet genoeg grijs zou hebben. Toen ik zover was dat ik met dat inbreien moest beginnen, ging ik op zoek naar een patroon wat aansloot bij het aantal steken en dat vond ik in m’n oude tijdschriften. Toen op zoek naar bijpassende wol en die kon ik nergens vinden. Dus de trui bleef weer liggen. Gestagneerd dus.
Dit jaar was ik het zat: ik wilde alle oude projecten waar ik al wol voor had gekocht afmaken. Deze zomer nam ik alles mee naar een huis waar ik een tijdje op mocht passen en dacht dat ik al die truien wel af zou kunnen breien. Het was mooi weer, en ik had een fiets, dus ik dacht dat ik ook alle winkels in de omgeving wel af zou kunnen fietsen voor de juiste wol. Al gauw bleek dat in dat hele Gooi nog maar één winkel was waar ik naar toe kon en daar hadden ze niet wat ik zocht. Wèl zei die mevrouw van de winkel fijntjes dat je ook eigenlijk nooit aan een trui moet beginnen zonder alle wol bij elkaar te hebben….. Tja, daar luister ik nooit zo goed naar. En dat kost soms inderdaad veel extra energie om iets af te kunnen maken.
In mijn woonplaats zocht ik ook nog een tijdje verder en na een tijdje vond ik dat ik genoeg winkels had geprobeerd en ook genoeg foute bolletjes had gekocht (ik had de trui niet altijd me, en dan kun je je toch nog vergissen, de donkergrijs bleek niet genoeg af te steken bij het lichtere grijs en dan werd het niet mooi). Ik ging gewoon naar de Zeeman en kocht daar een paar grote knotten acrylgaren en vond het goed genoeg. Dan maar geen echte wol, het maakt me niet meer uit, als die trui eindelijk maar eens afkomt. Telkens tussenpauzes van twee jaar, nu moest het maar eens afgelopen zijn!
Nou, het gaat wel lukken! Dat inbreien is zò leuk! Vooral als die trui al zoveel aandacht heeft opgeslokt in mijn gedachten. Zo fijn om dan nu eindelijk verder te breien. Dus nam ik dat grote project mee in de trein, wat ik anders niet zou doen, maar nu had ik de juiste kleuren garen en wilde gewoon vérder breien. Als deze trui straks ook af is, ga ik vast weer verder dromen om – met m’n trui! – nog eens op zo’n ruig bruggetje te staan.





