In 1878 werd een Wereldtentoonstelling gehouden in Parijs, waar handel en cultuur elkaar ontmoetten. De invloed die hiervan uitging was groot. Uit tal van landen werd ook bijzonder handwerk tentoongesteld. Ook DMC was hier aanwezig, in de persoon van Jean Dollfus, familie van de oprichter van dit bedrijf. En hier ontmoette hij Thérèse de Dillmont.
Deze begaafde vrouw, afkomstig uit een Weense aristocratische familie, was lid van de Academie voor Borduurkunst in Wenen. Ze was altijd al gefascineerd door de grote rijkdom aan borduurtechnieken en door wat er in andere landen en culturen aan handwerk werd gemaakt. De ontmoeting met Jean Dollfus betekende een ommekeer in haar leven. Ze werd gevraagd om naar Mulhouse te komen en voor DMC te werken. En daar maakte ze hèt standaardwerk voor die tijd: de Encyclopédie des ouvrages de dames. De eerste uitgave verscheen in 1886, en daarna volgden vele herdrukken en vertalingen. De encylopedie werd in twee maten uitgevoerd, en vertaald in het Frans, Duits, Engels, Spaans en Italiaans en werd wereldwijd verspreid.
Ter voorbereiding van haar encyclopedie verzamelde Thérèse een enorme hoeveelheid materiaal uit tal van landen en musea. Vertegenwoordigers van DMC speurden in de hele wereld ook naar mooi handwerk. Van deze originele stukken liet Thérèse dan in haar atelier nauwkeurige tekeningen maken en proeven met materialen. De vaalgroene encyclopedie is nog steeds een rijke bron van patronen en beschrijvingen, en nog steeds een geliefd boek voor handwerkliefhebbers. De kleine encylopedie had ik al in m’n shop, en de grote encyclopedie komt er nu bij.
Bewaren
Bewaren