De stekengidsen van Mon Tricot waren lange tijd de standaardwerken voor breisters en haaksters, en zijn nu ook weer geliefd. De boeken zijn oorspronkelijk Frans maar werden ook hier uitgegeven. Eén van de laatste boeken is een heel geliefd naslagwerk met maar liefst 2200 steken (niet op deze foto). Deze boeken zijn daaraan voorafgegaan en staan eveneens boordevol steken en aanwijzingen.
In de inleiding van één van de eerste boekjes om “Nog beter te kunnen breien & haken staan ‘recepten’ om uw techniek te verbeteren, tijd te sparen en uw eigen modellen te creëren. Dit boekje heeft meer dan de andere stekengidsen volop aanwijzingen en foefjes om de basisvaardigheden goed uit te leggen. In de inleiding staat: “Kunnen breien en haken dat wil natuurlijk zeggen de basistechnieken kennen van breien en haken, dee geheel beheersen en ze gebruiken op een goede manier. Maar dat is niet genoeg. Kunnen breien en aken betekent ook het combineren van onontbeerlijke weetjes, foefjes, trucjes, recepten, die op elk gebied immers het gemak uitmaken waarmee meesterwerken worden geschapen.”
Dus dat is het! En daarom konden onze moeders en grootmoeders zo mooi breien. Omdat ze die foefjes kenden. En omdat ze deze boeken hadden.
En wij gelukkig ook weer. En daarbij keus uit naslagwerken met daarin 500 motieven, of 800 steken, of 850 steken. Keus zat!