Dit jaar heb ik niet zo’n zin in de zwaarte van de Goede Vrijdag-betekenis. En het valt me op dat ik daarin niet alleen sta, want al heel lang is het martelwerktuig van Jezus omgevormd tot een symbool wat op talloze manieren kan worden afgebeeld, waarbij die zwaarte een beetje verdwenen is. Je kunt een kruisje van zilver om je hals dragen of een groot lichtgevend kruis van plastik met een groep mensen door een stad sjouwen. Of een groot houten kruis voorin de kerk hangen, of eentje van koper bovenop een kerktoren plaatsen. Het kruis werd tot herkenningssymbool van de christenheid en wordt op allerlei manieren weergegeven.
Ik legde een kantkloskruisje op een uitgescheurd tijdschriftvelletje. Het is een tekening van Roel Ottow, een kunstenaar die bij mij in de buurt blijkt te wonen, vorig jaar ontmoette ik hem toevallig. Ik hou wel van zijn kleurgebruik. Zo, dat is nog eens een afbeelding!
Moge het een Goede Vrijdag zijn.
Voor de wereld: Het lijden heeft niet het laatste woord.
En voor onszelf: Dat het licht in ons hart schijnt en van ons uitstraalt.